Dierensche Boys

Historie

Het begon allemaal in december 1919 toen vormde zich rond een klein aantal jongens, een voetbalclubje (dat geen verenigingsverband inhield). Zij namen als clubnaam “Excelsior” aan. Er was geen bestuur, shirts of voetbalveld. Dit clubje was de voorloper van de Dierensche Boys. Op 6 April 1920 werd er door zestien jongens Fl. 208,00 bijeengespaard en met de naam Nieuwe Dierensche Voetbal Vereniging om toe te treden tot de G.V.B (Gelderse Voetbal Bond). De naam werd echter afgewezen omdat het te lang was. Met de naam v.v. Dierensche Boys gingen zij akkoord. De Boys mocht beginnen in de tweede klasse G.V.B. In 1920 was het voetbalveld een grintveld. Na twee seizoenen promoveerde men naar de eerste klasse G.V.B.

Al spoedig werd er na enkele competities de vlag uitgestoken. Want in 1927 promoveerde de club naar de vierde klasse. In 1926 werd het grintveld omgeploegd en kwam er een grasveld voor in de plaats. In die tijd speelden alle elftallen hun wedstrijden op het terrein aan waar zich nu de Peter van Anrooylaan bevindt, ter hoogte van de Hockey velden.Op het terrein stond een betonnen staantribune, een houten kantine en daaraan gebouwd houten kleedruimten waar je je wassen kon met wasbakjes van de Edy-emaille fabriek. Het water moest mee genomen worden vanuit de eigen woning. Het terrein werd onderhouden door Derk Materman, Peter van Engeland, Derk Curré en boer Metz uit Olburgen, een fervent Boys supporter, en soms door van Eijbergen uit Laag Soeren. Door Burgemeester Bloemers werd het pas vernieuwde voetbalveld officieel ingewijd met een vriendschappelijke wedstrijd.Op 1 mei 1925 huurde de Boys het Nieuwe Land voor Fl. 100,00 per jaar van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. In die tijd moest een voetbalvereniging zelf voor een voetbalveld zorgen. Voor de oorlog 1940-1945 wisten de Dierensche Boys door te stoten naar de derde klasse K.N.V.B. Ze moesten een beslissingswedstrijd spelen in Winterswijk tegen voetbalclub B.I.C uit Brummen. De Boys was de sterkste en promoveerde. In de jaren 1940-1945 stond het voetbal op een laag pitje. Vele jongens werden opgeroepen om te werken in Duitsland en het openbaar vervoer lag bijna stil. In deze periode werd later een nood competitie ingelast omdat het reizen toen erg moeilijk werd. Een voorbeeld hiervan was, als men in Apeldoorn moest spelen, liepen er maar 2 treinen na 16:00 uur. De eerste om 16:05 en de volgende om 20:45 uur. Na afloop van de wedstrijd was het vaak rennen om nog op tijd te komen voor de trein.Het seizoen 1945-1946 bracht de Dierensche Boys het kampioenschap op, 18 wedstrijden gespeeld 13 gewonnen en 3 gelijk en 2 verloren. Hiermee 29 punten en een doelsaldo van 61 voor en 23 tegen. Na vier promotie wedstrijden eindigde de Dierensche Boys gelijk met Daventria uit Deventer, zodat er een beslissingswedstrijd nodig was om een promovendus aan te wijzen. Hoogtepunt uit de promotiewedstrijden was dat er een extra trein gepland was om al de supporters te vervoeren naar Deventer. Er moest gespeeld worden tegen Roda Deventer. Het was wel een teleurstelling dat de N.S niet voor personenwagens kon zorgen, omdat er niet voldoende waren. Het Boys “legioen” moest het met veewagens doen. Toen de Boys de wedstrijd met 5 – 0 wist te winnen was de teleurstelling gauw vergeten. 2e hoogtepunt van Dierensche Boys was, dat ze de beslissingswedstrijd tegen Daventria in Zutphen met 2-1 wisten te winnen, en zo promoveerde men naar de tweede klasse K.N.V.B. De gehele regie was toen in handen van oud- K.N.V.B. –voorzitter Karel Lotzy. Destijds toevallig supporter doordat hij vakantie hield in Bathmen en zo alles gade sloeg. ’T was de op een na de hoogste klasse in die tijd. Een stukje geschiedenis dat met gouden letters in de boeken staat.In het jaar 1946 op 10 juni werd er een supportersvereniging opgericht onder leiding van Hr. Materman. Een voorlopig bestuur werd gevormd door de heren: H. Hendriks, Nijman, Curré, Werndly en Materman.Kort na de oorlog was een groepje mensen opgestaan om een fusie tussen Falto, Theothorne en Dierensche Boys te bewerkstelligen. Elke vereniging ging de zaak bespreken met hun leden, zo ook de Dierensche Boys. Wijlen heer J.B lansen toen voorzitter van de Dierensche Boys, die weinig kennis op voetbalgebied had, maar een organisator van grootte klasse was en een zeer sociaal gevoelig mens. Hij was de man die na een lange en rumoerige vergadering het woord nam en met de leden de zaak uiteenzette en besloot met de woorden, “Een Boys een snor”. Een ovationeel applaus was zijn deel en de fusie ging voor de Boys niet door.In 1950 werd een summier blaadje met de naam Rood Witte Flits uitgegeven. Deze naam was bedacht door Jack Curré. Ons eerste clubblad werd geboren in 1952, de commissie bestond uit Ko Labrie, Jack Curré en Thomas Werndly. Het eerste blad werd gevuld met een gedicht van Wijlen de heer A.Labrie en luidde als volgt:“Onze eersteling”: Toen onze eersteling ter perse ging, kreeg het onze zegen. Wij wensten dat zij een lang leven heeft en heil op al haar wegen.Echter eind 1952 moesten we om financiële redenen weer afscheid nemen, maar in 1953 kwam er een voortzetting van ons clubblad. Vroeger werden de vergaderingen gehouden bij Cafe Vogelmacker, Het Witte Huis, zaal Wilbrink en Café Remmen. In 1930 werd het 10 jarig jubileum in het buurtlokaal gegeven. In 1930 waren 85 personen lid van de Dierensche Boys. In januari 1947 werd het bestuur van acht naar elf personen gebracht. In 1950 telde de Dierensche Boys 439 leden. Doorlezend in de Historie kom je tot de conclusie dat onze vereniging in de jaren ‘55 – ‘60 in een crisis was geraakt, die we met inzet van de bestuurders van die tijd te boven zijn gekomen.Op 6 Januari 1971 ontstond het damesvoetbal onder leiding van Bets Berendsen-Welgraven, B. Berendsen en B.J. Vesterink. Tot op heden is er nog steeds een hecht clubje aanwezig en wel met wisselende prestaties, anno 2002 met zelfs een plaats bovenaan de ranglijst. De Dierensche Boys is een goed gezonde vereniging die financieel geen zorgen kent en door de jaren heen bekend staat om z’n grote harde werkers.Overzicht 1970-2000: In de jaren ’70 kwam de Boys uit in de vierde klasse K.N.V.B. De toenmalige trainer was H. Kaasjager, die door middel van zijn stevige aanpak al vrij snel succes had, namelijk in het seizoen ’71 – ’72 werd het kampioenschap behaald en er volgde promotie naar de derde klasse K.N.V.B. In de loop van de zeventiger jaren werden er geen opzienbarende successen geboekt, wel was het een zaak van vallen en opstaan, de trainers die in deze jaren optraden waren: Epie Jansen, Anton Beumer en nieuwkomer Erik Kotterman. En werd er ondanks zijn enorme inzet niet het verdiende resultaat behaald door toedoen van vele tegenslagen. Als gevolg hiervan was een degradatie naar de vierde klasse in het seizoen ’83-’84 een onvermijdelijk gebeuren. Deze terugval kwam hard aan en niets leek meer te willen lukken. Uiteindelijk resulteerde dit in ’85-’86 tot het dieptepunt in het bestaan van onze vereniging, toen er namelijk degradatie naar de hoofdklasse afdeling Gelderland plaatsvond. Trainer Ed van Zon stond voor een moeilijke taak. Mede door enkele jeugdspelers in het elftal op te nemen, de lijn die Erik Kotterman al had ingezet, wist hij succes te boeken. In de kampioenswedstrijd op een zomerse meidag in en tegen Voorst werd een verdiende 4-1 overwinning behaald en promoveerde de Boys terug naar de vierde klasse K.N.V.B. Hierna was er duidelijk een stijgende lijn in het elftal te bespeuren en tevens was duidelijk dat succes niet uit kon blijven.Seizoen ’89-’90 bracht het verwachte resultaat want tegen Sprinkhanen in Nieuw-Dijk werd tijdens een spannende wedstrijd het fel begeerd kampioenschap behaald, door middel van een 2-1 overwinning. Onder leiding van Cor Peitsman promoveerde de Boys naar de derde klasse K.N.V.B. Het elftal vormde een hechte eenheid en draaide erg goed, want in het seizoen ’90-’91 werd de derde periode titel behaald en werd er in de nacompetitie gespeeld voor promotie naar de 2e klasse K.N.V.B. In deze nacompetitie werd tegen v.v. Erica’76 een 1-0 overwinning behaald en Loenermark werd thuis voor zo’n 2500 man publiek in een enerverende wedstrijd met 2-0 bestreden. Vervolgens moest de beslissingswedstrijd worden gespeeld op het terrein van Arnhemse Boys en wel tegen Blauw-Wit uit Heesch. De Boys domineerden duidelijk, doch tegen de verhouding in moesten zij in de verlenging met 4-3 het loodje leggen. Deze nederlaag werkte blijkbaar deprimerend, want het volgende seizoen’91-’92 verliep niet erg gunstig, wat resulteerde in een degradatie naar de vierde klasse.Tot het seizoen ’94-’95 handhaafde de Boys zich in de vierde klasse. Dit jaar zou het 75- jarig bestaan van onze vereniging gevierd worden en zou een kampioenschap een prachtig cadeau hiervoor vormen. Deze wens ging in vervulling, want tegen Brummen werd zonder veel moeite o.l.v. Dik Stooter uit Doesburg het kampioenschap behaald, het werd 1-1 in een uitwedstrijd. Twee weken na de festiviteiten promoveerde de Boys naar de derde klasse K.N.V.B. Het 75-jarig bestaan werd op grootse wijze gevierd, de feestavond was grandioos, met veel trots kan men op dit gebeuren terug zien. Het verblijf in de derde klasse was slechts van korte duur, want na 1 seizoen in ’96-’97 volgde er een degradatie naar de vierde klasse. In het seizoen ’96-’97 presteerde het 2e elftal van onze vereniging, dat deel uitmaakt van de A selectie, de beslissingswedstrijd te winnen en promoveerde zij naar de reserve 3e klasse K.N.V.B. Een prachtige prestatie.Hierin handhaven zij zich voortreffelijk en in seizoen ’97-’98 wisten zij een periodetitel te behalen. In het beslissende duel moesten zij geheel onnodig verlies leiden. Maar de Boys kennende zou men niet bij de pakken neerzitten en onder leiding van trainer Henk Pieneman, oud Graafschap speler, werd de Boys in het seizoen ’97-’98 onder diens leiding weer terug gebracht naar de derde klasse, wat meer dan verdiend was. Alleen een smet was, dat het eerste team kampioen werd zonder zelf te voetballen bij de wedstrijd Westervoort – Sprinkhanen: 4 – 0. Tot op heden wordt er met wisselend succes gespeeld en handhaaft de Boys zich in de Apeldoornse vierde Klasse G. Belangrijke ontwikkelingen die zich de afgelopen tien jaar hebben voorgedaan zijn ongetwijfeld de overname van de accommodatie, waaronder kleedruimtes en clubhuis, die nu eigendom zijn van de vereniging. Verder de verbouwing van het clubhuis in 1990 en haar entree, die het geheel een prachtig aanzien hebben verschaft. Dit alles dankzij de medewerking van vele vrijwilligers. In het verleden heeft de Boys ook haar medewerking verleend aan de Triatlon en Biatlon, waaraan veel gehandicapten deelnamen. Eveneens de Fietsclub de Veluwerijders, die in de directe omgeving van ons clubhuis tochten organiseerden, maakte gebruik van onze accommodatie. Tot op heden vinden de schakers die deelnemen aan het Nederlandse schaaktoernooi hun onderkomen bij onze vereniging. Mede door een nauwe samenwerking tussen de gemeente Rheden, de Ned. Schaakbond en de v.v. Dierensche Boys sinds een tiental jaren. Onze vereniging kan zich gelukkig prijzen met een grote schare vrijwilligers, die zich volledig inzetten en waarop altijd een beroep kan worden gedaan. Alle vrijwilligers, sponsors en adverteerders, en niet te vergeten de mensen die deel uitmaken van onze oud papier ophaaldienst, die dateert uit 1962 (de laatste jaren i.s.m. de ARA), vormen een onmisbare schakel in het voortbestaan van onze vereniging. Uiteraard hopen wij ook op hun steun voor de komende jaren.